Naar het Middelpunt der Aarde | страница 7
“Ik heb nooit zoo iets gezien!” zeide de goede Martha onder het bedienen. “Mijnheer Lidenbrock niet aan tafel!”
“Het is haast ongelooflijk.”
“Dat voorspelt de eene of andere gewichtige gebeurtenis!” hernam de oude meid het hoofd schuddende.
Mijns inziens voorspelde het niets anders dan een heftig tooneel, als mijn oom zijn middagmaal verdwenen zou zien.
Ik peuzelde juist mijne laaste garnaal op, toen eene bulderende stem mij aan de genoegens van het nagerecht ontrukte. In één sprong was ik uit de zaal in het studeervertrek.
Hoofdstuk III
Een runisch handschrift. — Uitleg van het alphabet — Het geheimschrift. — Een geleerd man. — Nichtje Gräuben. — Ontcijfering van het dokument. — Einde der ontcijfering
“Het is stellig runisch,” zeide de professor zijne wenkbrauwen fronsende. “Maar er schuilt een geheim achter, dat ik ontdekken zal, of…”
Een driftig gebaar gaf zijne bedoeling genoegzaam te kennen.
“Ga daar zitten,” voegde hij er bij, terwijl hij met zijne vuist de tafel aanwees, “en schrijf.”
In een oogenblik was ik gereed.
“Nu zal ik u iedere letter van ons alphabet opnoemen, die met eene van deze ijslandsche letters overeenkomt. Wij zullen zien wat dat geeft. Maar, bij St. Michaël! pas op, dat ge u niet vergist.”
De opnoeming begon. Ik deed mijn uiterste best; de eene letter werd na de andere opgenoemd en vormde zoo de onverstaanbare opeenvolging der volgende woorden:
Toen dit werk af was, nam mijn oom driftig het blad, waarop ik geschreven had, en bekeek het lang met aandacht.
“Wat beteekent dat?” herhaalde hij werktuigelijk.
Op mijne eer, ik zou het hem niet hebben kunnen zeggen. Daarenboven ondervroeg hij mij ook dienaangaande niet en ging voort met tot zich zelven te spreken.
“Dat noemen wij geheimschrift,” zeide hij, “waarvan de zin verborgen is onder letters, die opzettelijk verkeerd geplaatst zijn en die ordelijk geschikt een verstaanbaren zin zouden opleveren! En wanneer ik bedenk, dat daarin misschien de verklaring of de aanwijzing eener groote ontdekking is opgesloten!”
Ik voor mij dacht wel, dat er niets in opgesloten was, maar hield mijne meening voorzichtig voor mij.
Daarop nam de professor het boek en het perkament en vergeleek ze met elkander.
“Deze twee geschriften zijn niet van dezelfde hand,” zeide hij; “het geheimschrift is jonger dan het boek, en ik zie daarvan terstond een onwraakbaar bewijs. Inderdaad, de eerste letter is eene dubbele M, die men te vergeefs in het boek van Turleson zou zoeken, want zij werd eerst in de 14de eeuw bij het ijslandsche alphabet gevoegd. Derhalve liggen er minstens 200 jaar tusschen het handschrift en het document.”